9 oktober 2019 - 12:00
Toen ik gevraagd werd om een opiniestuk te schrijven i.v.m het nieuwe begeleidingsdecreet, had ik nooit gedacht dat het zo moeilijk is om binnen een 'format' te schrijven. Want we wilden nog dit ... en dit ... en dit ... zeggen. Daarom vinden jullie hier onze ganse brief terug. De journalist verkortte deze brief op een erg respectvolle manier. Journalist zijn is toch nog iets anders dan graag schrijven :-).
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/10/09/inclusief-onderwijs/
Opiniestuk begeleidingdecreet onderwijs - WHAT’S IN A LETTER?
Terug in het alfabet
Het inclusieverhaal binnen onderwijs is een gemeenschappelijk verhaal voor alle ouders van kinderen met extra zorgnoden. Maar elk gezin is binnen dit inclusieverhaal toch erg uniek. De beperking doet er in onze maatschappij en binnen onderwijs echter nog steeds toe. Een diagnose is nog te vaak noodzakelijk om ondersteuning te krijgen.
Vrije schoolkeuze is voor ouders van kinderen met extra zorgnoden vaak zeer moeilijk. Nochtans kiezen ouders meestal zeer bewust voor een inclusief traject. Net zoals er ouders zijn die bewust kiezen voor een onderwijstraject binnen het buitengewoon onderwijs.
De voorbije jaren werd de visie op inclusief onderwijs gekaderd binnen het M-decreet. Gewoon onderwijs werd voor ouders een echte keuze. Er werd echter gevloekt op de uitvoering van het M-decreet . Want er was onvoldoende budget om de nodige ondersteuning in de klas te voorzien. Daarnaast was er onvoldoende kennis in de scholen over inclusief onderwijs. Dit zorgde ervoor dat in sommige scholen leerlingen met extra noden heel welkom waren. En dat deze leerlingen in andere scholen doorverwezen werden naar het buitengewoon onderwijs. Gaandeweg klonk de roep om leerlingen terug in te laten stappen in het buitengewoon onderwijs luider. De slechte uitwerking van M zorgde voor veel onzekerheid bij leerkrachten en bij ouders.
Er zijn in Vlaanderen nochtans heel mooie voorbeelden van geslaagde inclusie-verhalen.
E is een meisje met Downsyndroom. Ze wordt gedurende 5 u ondersteund per week in de klas. De ouders regelden extra begeleiding door studenten. E. mocht in een gewone kleuterschool groeien samen met het schitterend schoolteam vol goede wil.
En er is de mama van drie zonen met DCD en ASS. Ze ervaart dat het belangrijk is dat de ondersteuners een aantal jaren dezelfde kunnen blijven. Het steeds opnieuw je verhaal moeten doen vraagt veel energie. En is nadelig voor de doorstroom van de informatie naar de volgende klas, nieuwe school, …
M had naast vele beperkingen echter ook potentieel. M hielp namelijk de idee van inclusie levend houden. In de vele verhitte discussies kwamen tegenstanders en voorstanders samen.
En net dat is wat inclusief onderwijs verdient: een denkproces van vallen en opstaan maar met de zekerheid dat een inclusieve maatschappij geen nobel doel is maar een noodzakelijkheid. En dat onderwijs integraal deel uitmaakt van dat proces.
Vandaag wordt M afgeschaft en het begeleidingsdecreet komt in de plaats.
Na het lezen van de pagina’s rond onderwijs kunnen we als ouders alleen het gebrek aan motivatie en de nieuwe visie op inclusie betreuren. In het algemeen betreuren we echter ook dat de ondersteuning van personen met een handicap geen prioriteit is voor deze Vlaamse regering. En dat deze Vlaamse regering dus duidelijk geen hart heeft voor een inclusieve maatschappij in brede zin, en inclusief onderwijs in enge zin.
Excellerend onderwijs
De Vlaamse regering opteert voor excelleren. Want de Pisa-resultaten van het Vlaamse onderwijs gaan achteruit. Maar wat betekent excellerend onderwijs dan precies? Voor wie wordt het voorbehouden? Voor leerlingen die cognitief sterk presteren? Kan een leerling alleen excelleren in kennis? Of ook in vaardigheden?
Wij, ouders van kinderen met extra zorgnoden, verkiezen het synoniem ‘schitteren’. Ons onderwijs heeft de verplichting om elke leerling de kans te geven te schitteren. Wij hebben een grote variatie aan talenten nodig in onze samenleving. En dat gaat verder dan cognitief sterk zijn. We hebben nood aan creatieve mensen, doeners, makers, …
B, het begeleidingsdecreet
‘We schaffen het M-decreet af en voeren een begeledingsdecreet voor kinderen met zorgnoden in.
De doelstellingen ervan geven we voortaan een pragmatische en realistische invulling:
Buitengewoon onderwijs indien nodig, inclusief onderwijs indien mogelijk’
In één zin wordt de volgorde ‘gewoon’ en ‘buitengewoon’ onderwijs van plaats verwisseld. Binnen M was inclusief onderwijs de eerste optie. In het huidige regeerakkoord is de zorgvuldige woordkeuze ‘buitengewoon indien nodig, inclusief indien mogelijk’ aanleiding tot bezorgdheid.
De keuze om in het regeerakkoord o.a. duidelijk te verwijzen naar het ‘gemeenschappelijk curiculum’ lijkt een mogelijke aanzet tot een keuze voor buitengewoon onderwijs voor leerlingen met een IAC (Individueel aangepast curriculum).
‘Inclusie zou geen recht mogen zijn?’
België ondertekende en ratificeerde het VN- Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in 2009. Dit betekent dat België zich ertoe verbindt personen met een handicap dezelfde rechten te geven als deze zonder. Eén van die rechten is de gelijke toegang tot onderwijs (artikel 24 van het Verdrag).
De nieuwe Vlaamse regering kiest er echter voor om de inclusiegedachte terug te draaien i.p.v. de tekorten van het M-decreet ernstig te onderzoeken. Eén van deze tekorten is het grote verschil tussen scholen op het niveau van de klas en het zorgteam. In de ene school hoort een rustig plekje op de speelplaats standaard tot het aanbod. Maar in de andere school moet je als kind een diagnose ASS hebben voor je gebruik mag maken van datzelfde rustige plekje.
In zijn opiniestuk van 6 oktober 2019 noemt de heer De Wilde de afschaffing van het M-decreet een ‘moedige keuze’. Er is geen ‘moedig’ in deze keuze! Het is wel de gemakkelijkste keuze.
Wat niet werkt aan het M-decreet, daar werd de voorbije jaren tot in den treure over gepraat.
Moedig was geweest om ook het succes van inclusie-verhalen te onderzoeken. Waarom werden deze trajecten wel een succes? Welke specifieke kwaliteiten hebben deze leerkrachten en scholen? Hoe verloopt de samenwerking tussen alle betrokkenen, inclusief en zeker ook met de ouders? Welke positieve impact hebben deze inclusietrajecten op de klasgenoten? Welke groeikansen hebben kinderen met extra zorgnoden in een gewone klas? Welke nieuwe kijk hebben de deelnemers aan de inclusietrajecten nu op inclusief onderwijs? En welke groeikansen zien ze nog binnen inclusief onderwijs? Zou een zorgtandem van zorgcoördinator en inclusiecoördinator efficiënter werken dan de werking van de huidige ondersteuningsteams- en netwerken.
Een kleuterjuf in een inclusietraject van een kleuter met Downsyndroom verwoordde het zo: de klassen waarin E. zat waren voor mij de mooiste twee klassen, zo mooi en bijzonder om te zien hoe de leerlingen met elkaar omgingen. De klassen nadien waren individualistischer, meer op zichzelf gericht.. Door E. zijn mijn ogen opengegaan, we kunnen zoveel leren van elkaar. De ouders en E. hebben mij geïnspireerd. Daardoor ga ik verder studeren, zorgverbreding..
Inclusie is dus wel een recht!
Meneer De Wilde gelooft dat kinderen met extra zorgnoden het gelukkigst zijn onder ‘hun peers’. Hij verstaat hieronder ‘lotgenoten, leeftijdsgenoten, mensen in dezelfde kring’.
Kinderen met extra zorgnoden bevinden zich echter heel vaak onder ‘peers’. Ze maken deel uit van een gezin waarmee ze hun familiegeschiedenis delen. Ze genieten net als vele jonge mensen van ‘like me’-muziek en zingen luidkeels mee met Abba-covers. Ze krijgen de windpokken en hebben net als hun kleuter-klasgenoten afgrijselijke jeuk. Ze hebben net als hun leeftijdsgenoten liefdesverdriet wanneer hun eerste lief het uit maakt.
De idee dat dit alleen kan binnen een horizontale identiteit, gebaseerd op intelligentie of beperking, getuigt van een visie, een onderwijsdocent onwaardig.
De idee van inclusie binnen onderwijs, die vastgelegd is in het Verdrag van de rechten van mensen met een handicap, verdient opleidingen met een open blik, die toekomstige leerkrachten enthousiasmeren i.p.v. afremmen. Deze opleidingen hebben nog een lange weg te gaan in het uitbouwen van een curriculum voor sterke leerkrachten met een goed zicht op differentiatienoden en UDL-matig werken.
Eindbeslissing bij de school?
In het nieuwe begeleidingsdecreet beslist de Vlaamse regering om de eindbeslissing van een inclusief traject integraal te leggen bij de school. Ouders van kinderen met extra zorgnoden kennen hun kind zeer goed. Hun aanwezigheid op overlegmomenten is cruciaal om tot een gedragen traject te komen. Ouders kunnen hun talenten inzetten om een schoolteam te versterken. Ouders en school kunnen leren van elkaar. Ouderparticipatie mag binnen een inclusief traject dus geen lege doos zijn. En dus moet een beslissing i.v.m. een kind met extra noden altijd een gezamenlijke beslissing zijn.
We zijn ons - door vallen en opstaan - zeer goed bewust van de talenten en groeikansen van onze kinderen. En van eventuele hindernissen die moeten overwonnen worden. We zijn altijd bereid om samen te zoeken naar oplossingen en naar redelijke aanpassingen.
Op dit moment maken wij ons zorgen over de toekomst van onze kinderen. We geloven niet in een samenleving die bestaat uit aparte stukken: aparte scholen, apart wonen, aparte instellingen, apart werk, pure segregatie.
We geloven dat onze kinderen deel moeten kunnen uitmaken van een inclusieve samenleving. In deze samenleving kan elk individu bijdragen tot het geluk van zichzelf en van de anderen.
Mama of papa zijn van een kind met extra zorgnoden is geen keuze. Het kan bij iedereen gebeuren. Zoals elke Vlaming in een rolstoel kan terecht komen na een ongeval en elke Vlaming ernstig ziek kan worden. Begrip opbrengen voor elkaar in het dagelijks leven maar ook in wetgeving is dus een noodzaak.
Decreten kunnen wijzigen, onze koers naar een inclusieve samenleving blijft echter behouden (bron: Ouders voor inclusie – OVI).
Chadia Cambie (mama en leerkracht) en Sandra Van Heffen (mama, leerkracht en voorzitter Project I3 vzw – ouderloket onderwijs)